November is inmiddels voorbij, en NaNoWriMo is dus ook afgelopen. Elk jaar denk ik tijdens deze maand regelmatig: “Waarom ben ik hier ook alweer aan begonnen?” Maar als ik dan uiteindelijk die 50.000 woorden gehaald heb ben ik toch wel best een beetje heel erg trots op mezelf.
Mijn vorige posts over NaNoWriMo 2015: [1] [2]
Week 3
Toen ik na week 2 dacht dat ik het ergste nu achter de rug zou hebben, had ik het mis. Nu klinkt dit wel erg dramatisch, maar ik vond het in week 3 nog steeds moeilijk om gemotiveerd te blijven en door te schrijven. Zeker omdat het ook weer drukker werd met school, vond ik het moeilijk te combineren. Maar ik had een plan: Omdat ik mijn maandagen, dinsdagen, en woensdagen altijd vrijwel vol zitten, besloot ik om op die dagen niet te schrijven, en dan op de andere vier dagen van de week wat meer te doen. Dit ging me uiteindelijk best goed af. Ik ben in de tweede en derde week ook naar de Write-Ins in Utrecht gegaan. Voor de meeste NaNo’ers geld dat er op een Write-In meer gekletst wordt dan geschreven, maar ik probeer er altijd wel vrij productief te zijn. Ik vind het heel motiverend om anderen om je heen te hebben die zelf ook aan het schrijven zijn. Mijn voorsprong wist ik gelukkig redelijk goed te behouden (en dat bleek ook wel nodig te zijn).
Eindstand week 3: 37.175 (par: 35.000)
Week 4
In het op-een-naar-laatste weekend wist ik mijn verhaal tot de 40.000 woorden te brengen met de gedachte: “dan hoef ik in die laatste week nog maar 10.000 woorden!” En zo gebeurde het dat ik van maandag tot en met donderdag niks op papier zette. Vrijdag ging ik weer aan de slag en wist ik er zo’n 1.000 woorden uit te persen, wat betekende dat ik nog drie dagen had om de overige 9.000 (eigenlijk 8.600) te schrijven. Echter wilde ik op zondagavond al klaar zijn, dus had ik me voorgenomen om zaterdagochtend achter mijn bureau te gaan zitten, en daar niet achter vandaan te komen voordat er minstens 5.000 woorden meer op papier zouden staan. Misschien was dat achteraf een beetje ambitieus, maar ik heb er toch 4.800 weten te schrijven die dag. Alles bij elkaar hield dat in dat ik er nog 3.800 moest om de eindstreep te halen. Over eindsprints gesproken: zondag zei ik dus tegen mezelf dat als ik gister 4.800 woorden in een dag heb kunnen schrijven, dat het me vandaag ook wel zou moeten lukken om er nog 3.800 te schrijven. En dat lukte ook, maar vraag me niet hoe. Ruim 2.000 woorden later kwam ik bij een verschrikkelijk saai stuk in mijn verhaal aan waardoor ik totaal niet meer gemotiveerd was om verder te gaan. Maar ik moest nog een kleine 1.500 woorden! Nu was ik zover gekomen en moest ik het van mezelf ook afmaken. Ik heb er eigenlijk de rest van de avond nog over gedaan om die laatste 1.500 woorden te schrijven, dus ik ben op het laatst letterlijk naar de eindstreep gekropen. En je raad het vast al: op het moment dat ik daar was, kwam ineens de vaart in het verhaal weer terug en wilde ik weer verder schrijven.
Uiteindelijke eindstand: 50.412 (par: 50.000)
Yay! En het leuke is, als je dan die 50.000 woorden gehaald hebt, heb je “gewonnen” en krijg je zo’n fancy certificaat, waar je je naam en de titel van je boek in kan vullen:
Wat ik zelf ook altijd leuk vind om te zien, is dat je op de NaNoWriMo website elke dag je woordenaantal in kan vullen, en dan krijg je ook een hele pagina met statistieken van hoe je het deze maand gedaan hebt. Dit is de mijne:
Ook vandaag heb ik weer een kleine preview voor jullie! Het onderstaande stuk komt uit hoofdstuk 27, wat is geschreven vanuit Florida’s perspectief. Spoiler: Op dit moment zijn alle bewoners van the Burrow naar de oppervlakte gegaan, omdat het ondergrondse gangenstelsel waarin zij leefden onstabieler bleek te zijn dan dat ze dachten. Lys, Florida, Evan, en een aantal anderen zien dit als hun kans om zichzelf los te rukken van het regime van the Chamber en gaan er vandoor. Tijdens hun tocht komen ze echter dingen tegen die ze niet bepaald hadden verwacht.
I don’t think I’ve ever seen a human being look like that. Daik sounded like such a normal person, but now I understand why her face was covered by that hood. The sight of it is making me so uncomfortable that I’m almost feeling sick. I’ve never seen such a disfigured head. Daik was nearly completely bald, except for a few short strands of dark hair that stuck from her head like dislocated tiny antennas. Even her eyebrows seemed to have melted off. Her left eye appeared to be functioning normally – at least it looked normal -, but her right eye wasn’t even present. There was just a blob of skin in the place where the eye should have been. Her nose formed a weird angle in her face, and even her lips weren’t a solid round shape, but only half present. Like they forgot half of it. Even though she had a few missing teeth in between all the crooked ones, she had no trouble talking and sounding like a normal person. Her skin was all kinds of shades besides the standard color: red, brown, blue, even white. It was the worst mismatched puzzle I’ve ever seen.
“This is what I mean.” Daik says. “This is what the flares did to us on the surface. I guess you didn’t know that, now did you?”
Liefs,
Leave a Reply to Renée Cancel reply